

Een tweede stem in het koor van degenen die vinden dat sociaal werkers een toontje lager moeten zingen wordt gevormd door de ‘uitvinders’ van burgerkracht, zoals Nico de Boer en Jos van der Lans. Zij vinden dat de professionalisering van het sociaal werk burgerkracht heeft verdrongen.
Jan Custers vormt een derde stem in het koor. Hij heeft daarover met anderen een zeer lezenswaardig boekje geschreven: Zelfsturing 3.0, 15 jaar gemeenschapsontwikkeling in de gemeente Peel en Maas. Volgens Custers moeten opbouwwerkers alleen werken in opdracht van bewoners. Interessant, vindt Spierts, maar feit is dat dit succes een jarenlange investering van betrokkenen heeft gevraagd.
Een vierde stem komt van de pleitbezorgers van ervaringskennis. Daar is veel voor te zeggen, maar ervaringskennis hoeft niet representatief te zijn en is niet per se beter dan wetenschappelijke kennis.
Mensenrechten als uitgangspunt voor sociaal werk
Een belangrijke stem van mensen die vinden dat sociale professionals juist een toontje hoger moeten zingen, komt uit Vlaanderen. Daar vond een zeer goed conferentie plaats over sociaal werk als hoeder van mensenrechten. Het voelde als de opkomst van een beweging, vond Spierts.
In Nederland is eerder een manifest verschenen dat mensenrechten centraal stelt in het sociaal werk: Sociaal werk is een mensenrechtenberoep, geschreven door Jeanette Hartman, Jeroen Knevel en Didier Reynaert en ondertekend door lectoren en docenten van hogescholen. In oktober 2018 hield bovendien de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW) een symposium over deze insteek. Ook Margot Scholte gaat in op sociale actie nieuwe stijl en structuralisering.
De politieke dimensie
Het staat buiten kijf dat de lokale politieke context van het werk belangrijker wordt. Sommige sociaal werkers voeren bestuurlijke programma’s uit, anderen voelen zich meer gehouden aan activistische doelstellingen. Sociaal werkers hebben steun nodig van organisaties en instellingen, die op hun beurt ook door die politieke context moeten zien te navigeren. Welzijnsorganisaties zitten ingeklemd tussen enerzijds de drang en dwang om effectief te zijn en anderzijds de noodzaak van onderop te werken, en zich dus in te laten met grassroots organisaties zoals burger- en bewonersinitiatieven. Ondertussen zijn instellingen en grote organisaties niet erg populair als werkgever van sociaal werkers.
Complexiteit
Van sociaal werkers wordt steeds meer gevraagd nu de samenleving complexer wordt: politieke sensitiviteit en bewustzijn, het vermogen om signalen goed te interpreteren en strategisch handelen. Sociaal werk vraagt ook om een realistisch zelfbeeld. Sociaal werkers moeten weerstanden en conflicten kunnen weerstaan.
Het vormen van een goed profiel Welzijn en Samenleving vraagt om intensieve uitwisseling tussen docenten met verschillende (beroeps)achtergronden. Het vraagt ook om een lange adem. De kunst is om ‘tijd nemen’ en ‘tempo maken’ te combineren en daar een subtiel evenwicht in te vinden. Dus zoek elkaar op en neem de tijd om met elkaar in gesprek te gaan!
Een lang verslag van deze presentatie kunt u downloaden als pdf: Grensstad zonder Wallen

‘Wat is de positie van sociaal werk en sociale professionals, vraagt Marcel Spierts zich af.
Marcel Spierts helpt organisaties op het terrein van sociaal werk, educatie en cultuur om de rol van sociale en publieke professionals beter te begrijpen en te benutten.
Sociaal werkers staan bij veel bestuurders en ambtenaren van gemeenten bekend als paternaliserend en betuttelend, al kan historisch onderzoek dat beeld niet bevestigen, en is het inmiddels misschien weer positiever geworden.