

Wat is sociaal werk?
“Social Work is a practice- based profession and an academic discipline that promotes social change and development, social cohesion, and the empowerment and liberation of people. Principles of social justice, human rights, collective responsibility and respect for diversities are central to social work. Underpinned by theories of social work, social sciences, humanities and indigenous knowledge, social work engages people and structures to address life challenges and enhance wellbeing”
(International Federation of Social Workers, 2014).
​

Deze internationale definitie geeft onder meer aan, dat professionals sociaal werk dienen te beschikken over een brede basis aan kennis vanuit wetenschappelijke perspectieven. Ook brengt deze definitie tot uitdrukking dat sociaal werk een normatieve professie is en vormt zij de toetssteen voor het professioneel handelen van professionals sociaal werk.
Sociaal werkers bevorderen sociaal functioneren (het deelnemen van mensen aan het maatschappelijk leven én op de ruimte die het maatschappelijk leven biedt om deel te nemen) en sociale kwaliteit ( kernfuncties van instituties in het sociaal domein is het bevorderen van sociale samenhang, inclusiviteit en participatie van burgers) en zij kijken daarbij naar de wisselwerking van mensen en hun sociale omgeving. Sociaal werk bevordert het deelnemen van mensen aan het maatschappelijk leven én vergroot de ruimte en mogelijkheden die het maatschappelijk leven biedt aan mensen om deel te nemen.
Mensen functioneren in verschillende sociale contexten/ leefomgevingen. Deze verschillende contexten geven elk een specifiek perspectief op sociaal functioneren en sociale kwaliteit en ze vragen daarbij passende vormen van sociaal werk.
Professionals sociaal werk zijn binnen drie contexten/ leefomgevingen werkzaam:
-
de primaire leefomgeving. Dit is de dagelijkse thuisomgeving: mensen leven alleenstaand, met een partner of in een gezin, ook een residentiele omgeving behoort hierbij.
Sociaal werkers komen achter de voordeur voor opvoedondersteuning of hulp bij armoedeproblematiek, zij werken op de leefgroep met jongeren die niet thuis kunnen wonen of op de behandelgroep met GGZ-cliënten. -
netwerken: hieronder verstaan we verschillende formele en informele netwerken: familie, vrienden, school, werk, verenigingen etc.
Sociaal werkers ondersteunen familieleden die mantelzorg verrichten, vrijwilligers die buurtactiviteiten organiseren, sport- of cultuurorganisaties die sociale participatie willen bevorderen. Op scholen of binnen de werkomgeving dragen zij bij aan een veilig klimaat en participatie (bijv. door anti- pesttrainingen, professionalisering van medewerkers en zij bevorderen inclusie van mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt of het onderwijs). -
gemeenschappen: hieronder verstaan we verschillende (lokale) gemeenschappen of communities: de straat, de wijk, de gemeente, het land etc.
Sociaal werkers brengen de voorzieningen in de wijk in kaart (zoals kinderopvang, educatiecentra, cultuurinstellingen, diensten ter financiële ondersteuning of opvoedondersteuning, instellingen op het gebied van jeugdhulpverlening, gehandicaptenzorg en GGZ) zorgen voor samenwerking tussen deze voorzieningen en agenderen op gemeentelijk niveau knelpunten wat betreft het aanbod van voorzieningen, de toegang tot het aanbod voor de doelgroep of gebrekkige doorstroom of afstemming tussen de voorzieningen.
Sociale vraagstukken zijn vaak complex. Ze raken verschillende levensgebieden en contexten. De professional beweegt zich op de grensvlakken, moet kunnen analyseren, schakelen, reflecteren en zijn interventies op al deze factoren afstemmen. De oplossingen die hij kiest, zijn vaak integraal, interprofessioneel en procesmatig van karakter.